Indonesisch ABC-tje
Maak kennis met de indonesische keuken
Om u een beetje wegwijs te maken in de Indonesische keuken, volgt hier een uitleg van de meest voorkomende gerechten en begrippen. Vraag ons vooral naar bereidingswijzen of ingrediënten. Wij helpen u graag kennismaken met al het lekkers dat Indonesië te bieden heeft.
Ajam – kip
Asem – tamarinde of zuur
Atjar – tafelzuur
Babi – varken
Boemboe – pasta van kruiden en specerijen
Daging – rundvlees
Djahe – gember
Djanganan – groenten met sambal
Djinten – komijn
Emping – soort kroepoek van blindjo-vruchtjes
Gado gado – groenten met pindasaus
Goela djawa – Javaanse bruine suiker
Goreng – gebakken
Ikan – vis
Katjang – peul, boon, erwt
Katjang pandjang – lange boontjes (kouseband)
Ketimoen – komkommer
Ketjap – soja
Ketoembar – koriander
Klapper (of kelapa) – kokosnoot
Koening – geel
Koenjit – kurkuma
Kroepoek – garnalencrackers
Laos – gembersoort
Lontong – kleefrijst
Lobi lobi – zuurzoete vruchten
Lombok – Spaanse peper
Makan – eten, gerecht
Manis – zoet
Nasi – gekookte rijst
Nasi poetih – witte rijst
Nasi goreng – gebakken rijst
Pisang – banaan
Pedis – heet of scherp
Rames – gemengd
Ritja – met lombok en tomaten
Roedjak – een heet gerecht van onrijpe vruchten met Spaanse peper
Smoor – gestoofd
Sajoer – zoutige soep als bijgerecht bij rijst
Soto – kruidige soep met ei en rijst
Sambal (of sambel) – gestampte of fijngewreven lomboks
Santen – kokosmelk
Sereh – citroengras
Seroendeng – gebakken geraspte kokos met pinda
Tahoe – zachte gemalen sojabonen
Telor – ei
Tempe (of tempeh) – sojabonen
Tjabe djawa – rode lombok peper
Wadjan – Indonesische ijzeren braadpan
Suka betekend “houden van” en Makan betekend “eten”